Stress, ongemak en onze automatismen.

 Veel van de mensen die we spreken geven aan onrustig te zijn. Of last van stress te hebben. De corona pandemie en de lockdown waar we middenin zitten gaat maar door. Een perspectief lijkt nog niet echt dichtbij. Thuis werken met kinderen die online thuisonderwijs hebben. Of juist alleen thuis zitten en niemand meer zien. De economie die stil is komen te staan, mensen die hun baan verliezen, horeca en mkb-ers die hun deuren gesloten moeten houden. Zelfs mensen die zich op dit moment verzekerd voelen van werk of inkomen, voelen de onrust. En ondertussen gaat het werk in veel branches juist onverminderd door, de deadlines blijven bestaan. Voor sommigen is het juist extra aanpoten, zoals bezorgers, zorgmedewerkers, ziekenhuizen, politie etc. We leven met elkaar op een punt waar veel onzeker is, “at the edge of the unknown”. Hoe doen we dit met elkaar? Hoe balanceren we zelf, met elkaar, om fysiek maar ook mentaal gezond te blijven? 

Nieuwe dingen ontdekken is vaak leuk. Maar te veel onzekerheid geeft stress. En onze reactie daarop brengt twee conflicterende impulsen naar boven. De eerste is om de dekens over je hoofd te trekken en er even niet te zijn. Al zullen de meeste mensen dit niet direct op deze manier doen. Iedereen heeft eigen manieren ontwikkeld om er tijdelijk even niet te zijn. We nemen liever een extra glas wijn, geven ons over aan troostvoer. Een zak chips, chocola of meer elegant toast met franse kaas. Ook vinden we onszelf lekker op de bank, aan het bingewatchen. Al deze activiteiten lijken ontspannend, maar zijn meestal niet echt verkwikkend. Meestal geven ze je – na de tijdelijke gevoelens van plezier – op de langere termijn niet echt een goed gevoel. Immers, we verdoven onze stress gedachten en gevoelens. En die blijven aan de deur kloppen.

De andere impuls is om je in je werk te begraven en waar mogelijk nog harder te gaan werken. Je zet je tanden erin. Je blijft maar bezig. Je stelt steeds weer (nieuwe) doelen. Je gaat vooral niet bij de pakken neerzitten en hebt als uitgangspunt ‘gewoon doorgaan’! Je werkt- of maakt je zorgen over je werk – tot je s’avonds uitgeput in je bed belandt. En dit gaat maar door en door. Deze impuls heeft het voordeel dat je productiever bent dan de andere impuls, maar is niet echt beter voor je. Niemand presteert echt goed wanneer je jezelf zo onder druk zet. Iets draait daarvoor op en dat is vaak de kwaliteit van je werk, het deel van jezelf dat hieronder lijdt en de relaties om je heen – of dit nu je persoonlijke of je werkrelaties zijn. 

Beide impulsen of strategieën werken tijdelijk, ze helpen je om dingen niet te hoeven zien of voelen. Maar ze werken dus niet werkelijk, want je komt niet tot wat er echt nodig is. Ze leveren geen echte zelf-zorg en ook is je verbinding met ander en jezelf beperkter. Het zijn beide oplossingen aan de oppervlakte en vermijden het echte issue eronder.

Het echte issue? De zelf-zorg die je nodig hebt is een vriendelijke en ondersteunende mentale dialoog met je ‘gecenterde’ zelf. Dit noemen wij de plek in jou, waar je contactvol bent met jezelf en je omgeving. Waar je er bent voor jezelf, zoals je er ook voor een ander zou zijn. (Of zoals je zou willen dat een ander er voor je is). Hier ben je even zonder oordeel, ervaar je hoe het nu is, zonder ‘labels’ als: dit is goed en dit is fout, hier moet ik vanaf, of ‘ik zou eigenlijk’. Voor jezelf tevoorschijn komen met steun en waardering is enorm krachtig. En laadt je accu weer op. Immers, je kunt wel in bad gaan liggen met een glas wijn, en ondertussen toch jezelf op je kop zitten over wat je had willen zeggen in het overleg, maar niet deed. Of een mooie wandeling maken in prachtige natuur, terwijl je in je hoofd wordt geregeerd door de deadlines die maar aan je blijven trekken. Inclusief het checken van je telefoon op berichten. Of je tanden zetten in heerlijk stuk chocola of knisperende chips, en tegelijkertijd dit genieten veroordelen in jezelf. 

Deze tijd vraagt des te meer van ons, om de relatie met onszelf en met anderen te waarderen. Door er met waarderende en open aandacht voor onszelf (en anderen) te zijn. Gelukkig kunnen we beginnen met onze gedachten en gevoelens te zien en te voelen. Waarmee je ze niet bevecht, vermijdt of verdooft. En vaak is dat wat werkelijk rust geeft. Je kunt de identificatie met het label dat je jezelf onbewust geeft – ik ben zus of zo – vul je eigen label in – loslaten. Je blik op jezelf en de situatie wordt daarmee breder en opener. Je gesloten grenzen gaan weer een beetje open. Je accu laadt zich van binnenuit op doordat je je weer open kunt stellen en minder hoeft te overleven. Zodat je weer energie beschikbaar hebt om iets te doen met dat wat je weet over wat jij, je werk, of anderen nodig hebben. 

 

Herken je jezelf in deze post? Wil je er ook voor jezelf zijn wanneer je stress of onrust ervaart? Mail ons voor een coachgesprek.